aIn een tot gemeenschapshuis omgetoverd woonhuis, “Ons Home”, trof Stukkenjagers 6 het tweede
van Vught. Het intieme zaaltje had iets knus met aankondigingen van een
workshop paranormale waarnemingen door middel van foto’s van overledenen of
bloemen, de aankondiging van een optreden van de Vughtse Diva’s en een rekje
met folders van de KBO. Andries Deliën kreeg met wit aan het topbord in een
rustige d4-opening een gelijke stelling met een half-open c-lijn tegenover een
half-open e-lijn van tegenstander Kees de Laat. Het werd nooit wild en driest.
Met weloverwogen zetten van weerskanten bleef de remise gedurende de gehele
partij de meest waarschijnlijke uitslag. Harry Buyvoets had het aan bord 2
lastiger om het evenwicht te handhaven. In een open Siciliaan met a6 en e6
slaagde witspeler Wolter de Vries erin om kleine voordeeltjes als het loperpaar
en een geïsoleerde
zwarte d-pion te verzamelen. Allemaal niet rampzalig, maar toch lastig om eigen
kansen te scheppen. Rond de klok van 3 uur vertrouwde Harry de non-playing
captain, Guus van Heck, toe beduidend
minder te staan en dat opgeven in het verschiet lag. Harry speelde met loper,
paard en 3 pionnen tegen toren en 6 pionnen nog een behoorlijke tijd
geconcentreerd door, maar moest erkennen dat er niks mis was met zijn eerdere taxatie
van de stelling en zijn prognose van de uitslag. Op bord 3 moest invaller Theo
Mulder het opnemen met wit tegen Sije Zeldenrust. Theo uitte bij het horen van
de naam van zijn tegenstander dat deze geen moment rust zou krijgen. Vandaar
wellicht de 1.b4 -opening. Het geval wil echter dat de Oerang-Oetan of Sokolsky
zowat de huisopening van de Vughtse schaakclub is en 1.b4 dan ook geen paniek
bij de zwartspeler veroorzaakte. Het zevende is gewaarschuwd; de Oerang Oetan
nakijken is voor de slotronde geen overbodige luxe. Hoe dan ook, Theo kwam
geleidelijk onder druk te staan, kreeg een loper op a1 niet echt in het spel en
moest uiteindelijk de koning omleggen.
Ook op het vierde bord een invaller, Carlo Butalid, en ook hier een Oerang Oetan,
ditmaal met ruil van de e- en de b-pion. Carlo kwam tegen Peter Loman in een
eindspel met een loper en pion minder terecht en kon dat ondanks flink
tegenstribbelen niet houden. Met een half punt aan de eerste 4 borden, moesten
de wonderen van de borden 5 t/m 8 komen. Dat lukte maar ten dele. Invaller Bert
Wels, te elfder ure (in feite na twaalven) als 8ste en na later in
Vught bleek als 9de speler opgetrommeld, verweerde zich tegen Jacques van der Vall kranig
op het vijfde bord en zou zowaar behoorlijke kansen gekregen hebben indien hij
besloten had om zijn paard naar b5 te dirigeren in plaats van zijn loper op dat
veld te posteren. Niet voor lang. Na het wegjagen met a6 was er na de
terugtocht naar e2 of d3 nog geen man overboord geweest, maar Bert koos voor d7
als vluchtveld. En dat luidde het begin van het einde in. Jammer. Coen
Klaassen, onze vierde invaller, nam het met zwart aan bord 6 op tegen Jos
Stehmann. Al vrij rap had Coen een overweldigende stelling met een pion meer,
een centrum vol pionnen, en een tegenstander met twee h-pionnen naast een lege
g-lijn, en een koning die op e8 huisarrest had. Genoeg voordeel om een
mataanval op te zetten. Het kon op een gegeven moment op meerdere manieren,
maar Coen koos de mooiste met een dameoffer op h8! Paul Vermee kreeg vrijwel
vanuit de opening de betere stelling, ook omdat zijn tegenstander Frank Donders
insluiten en vangen van Pauls loper op b7 achterwege liet om in plaats daarvan met
een loper dood en verderf in de buurt van de witte koning te zaaien.
Overtuigend was dit niet en het had ook niet tot snelle opgave van Paul hoeven
te leiden, zoals Paul ook later aangaf. Helaas kondigde een “Oh Shit!” aan dat
een nul ingevuld kon worden op het wedstrijdformulier. Op het laatste bord
scoorde Hans Groffen zijn inmiddels vaste punt. Tegen Steve Koot kwam Hans al
in de openingsfase (alle 16 pionnen stonden nog op het bord) een volle toren
voor doordat wit met Ke2 (??) onnodig
zijn loper blokkeerde en wat erger was Pg3+ met slaan op h1 toeliet. Hans maakte geen
fout en verzilverde het materiële overwicht gedecideerd. 5.5-2.5
verlies dus.
woensdag 14 maart 2018
SJ 6 tegen Vught 2
In een tot gemeenschapshuis omgetoverd woonhuis, “Ons Home”, trof Stukkenjagers 6 het tweede
van Vught. Het intieme zaaltje had iets knus met aankondigingen van een
workshop paranormale waarnemingen door middel van foto’s van overledenen of
bloemen, de aankondiging van een optreden van de Vughtse Diva’s en een rekje
met folders van de KBO. Andries Deliën kreeg met wit aan het topbord in een
rustige d4-opening een gelijke stelling met een half-open c-lijn tegenover een
half-open e-lijn van tegenstander Kees de Laat. Het werd nooit wild en driest.
Met weloverwogen zetten van weerskanten bleef de remise gedurende de gehele
partij de meest waarschijnlijke uitslag. Harry Buyvoets had het aan bord 2
lastiger om het evenwicht te handhaven. In een open Siciliaan met a6 en e6
slaagde witspeler Wolter de Vries erin om kleine voordeeltjes als het loperpaar
en een geïsoleerde
zwarte d-pion te verzamelen. Allemaal niet rampzalig, maar toch lastig om eigen
kansen te scheppen. Rond de klok van 3 uur vertrouwde Harry de non-playing
captain, Guus van Heck, toe beduidend
minder te staan en dat opgeven in het verschiet lag. Harry speelde met loper,
paard en 3 pionnen tegen toren en 6 pionnen nog een behoorlijke tijd
geconcentreerd door, maar moest erkennen dat er niks mis was met zijn eerdere taxatie
van de stelling en zijn prognose van de uitslag. Op bord 3 moest invaller Theo
Mulder het opnemen met wit tegen Sije Zeldenrust. Theo uitte bij het horen van
de naam van zijn tegenstander dat deze geen moment rust zou krijgen. Vandaar
wellicht de 1.b4 -opening. Het geval wil echter dat de Oerang-Oetan of Sokolsky
zowat de huisopening van de Vughtse schaakclub is en 1.b4 dan ook geen paniek
bij de zwartspeler veroorzaakte. Het zevende is gewaarschuwd; de Oerang Oetan
nakijken is voor de slotronde geen overbodige luxe. Hoe dan ook, Theo kwam
geleidelijk onder druk te staan, kreeg een loper op a1 niet echt in het spel en
moest uiteindelijk de koning omleggen.
Ook op het vierde bord een invaller, Carlo Butalid, en ook hier een Oerang Oetan,
ditmaal met ruil van de e- en de b-pion. Carlo kwam tegen Peter Loman in een
eindspel met een loper en pion minder terecht en kon dat ondanks flink
tegenstribbelen niet houden. Met een half punt aan de eerste 4 borden, moesten
de wonderen van de borden 5 t/m 8 komen. Dat lukte maar ten dele. Invaller Bert
Wels, te elfder ure (in feite na twaalven) als 8ste en na later in
Vught bleek als 9de speler opgetrommeld, verweerde zich tegen Jacques van der Vall kranig
op het vijfde bord en zou zowaar behoorlijke kansen gekregen hebben indien hij
besloten had om zijn paard naar b5 te dirigeren in plaats van zijn loper op dat
veld te posteren. Niet voor lang. Na het wegjagen met a6 was er na de
terugtocht naar e2 of d3 nog geen man overboord geweest, maar Bert koos voor d7
als vluchtveld. En dat luidde het begin van het einde in. Jammer. Coen
Klaassen, onze vierde invaller, nam het met zwart aan bord 6 op tegen Jos
Stehmann. Al vrij rap had Coen een overweldigende stelling met een pion meer,
een centrum vol pionnen, en een tegenstander met twee h-pionnen naast een lege
g-lijn, en een koning die op e8 huisarrest had. Genoeg voordeel om een
mataanval op te zetten. Het kon op een gegeven moment op meerdere manieren,
maar Coen koos de mooiste met een dameoffer op h8! Paul Vermee kreeg vrijwel
vanuit de opening de betere stelling, ook omdat zijn tegenstander Frank Donders
insluiten en vangen van Pauls loper op b7 achterwege liet om in plaats daarvan met
een loper dood en verderf in de buurt van de witte koning te zaaien.
Overtuigend was dit niet en het had ook niet tot snelle opgave van Paul hoeven
te leiden, zoals Paul ook later aangaf. Helaas kondigde een “Oh Shit!” aan dat
een nul ingevuld kon worden op het wedstrijdformulier. Op het laatste bord
scoorde Hans Groffen zijn inmiddels vaste punt. Tegen Steve Koot kwam Hans al
in de openingsfase (alle 16 pionnen stonden nog op het bord) een volle toren
voor doordat wit met Ke2 (??) onnodig
zijn loper blokkeerde en wat erger was Pg3+ met slaan op h1 toeliet. Hans maakte geen
fout en verzilverde het materiële overwicht gedecideerd. 5.5-2.5
verlies dus.
Guus van Heck
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten